Toen de regen kwam!

Gepubliceerd op 15 juli 2022 om 06:09

Met een plagerig gezicht kwam mijn dochter Sofie naast me staan. Ze streelde met haar hand door mijn lange zwarte haren en ging toen met een handige sprong voor me op tafel zitten. Ze stootte me met haar elleboog aan.

‘Mam, waarom draag jij altijd een haarkapje onder de douche?’

Ze keek me met een vreemde glimlach aan.

‘Ben je bang dat je haren nat worden. En je krullen er uitgaan? Nooit gedacht dat jij zo ijdel kon zijn,’ zei ze half plagend, half lachend.

Ik keek haar ernstig aan.

‘Ja,’ zei ik. ‘Maar het is niet uit ijdelheid, het is om die verschrikking te voorkomen.’ Er kwam een verbaasde uitdrukking op haar gezicht toen ze zag dat ik er heel ernstig bij keek. Zelfs mijn eigen stem deed me rillen. Ik kreeg ook een grimmige trek om mijn mond.

‘Waarom?’ vroeg ze angstig. Waarschijnlijk dacht ze dat ik het slachtoffer geworden was van de zure regen.

‘Heb jij mensen wel eens horen zeggen dat regen goed is voor je haar omdat het daar lekker van groeit?’ Ze begon te glimlachen en ze knikte.

‘Die uitdrukking die ken ik.’

Ik keek haar geheimzinnig aan en haar glimlach verflauwde even.

‘Wel, bij mij is dat inderdaad het geval.’

Ze begon onbedaarlijk te lachen. Onterecht, want het was heus waar. Ik werd boos op haar, hoe kon ik haar nou aan het verstand brengen dat ik geen grapje maakte. Twee jaar geleden was ik er achter gekomen. Gelukkig zat ik bij de kapper. Hij was er snel bij met de schaar en Ruben hanteerde de tondeuse. Ze knipten en scheerden het groeiende haar af tot het niet meer groeide. Dat kwam allemaal omdat de kapper mijn haar waste. Voor mij was het duidelijk. Geen haren meer wassen. Sindsdien maakte ik mijn haar niet nat en liep ik niet meer in de regen.

Toen ze eindelijk uitgelachen was keek ik haar nog steeds ernstig aan.

‘Het is echt waar, zei ik verontwaardigd.

‘Dat wil ik dan wel eens zien,’ zei ze. We gingen meteen naar buiten waar het juist opklaarde, maar er waren nog genoeg wolken die voor regen konden zorgen. Het duurde toch nog enkele uren voor dat de regen kwam. Het regende nauwelijks tien minuten voordat mijn haar razendsnel begon te groeien. Binnen vier tellen reikte het al tot aan de grond.

‘Pak een schaar,’ schreeuwde ik haar in paniek toe, maar ze was zo geschrokken dat ze me niet hoorde. Ze was opgesprongen en stond een paar meter verder.

Mijn haar groeide in het zelfde tempo voort, alle kanten uit. Zoals de ‘red weed’ in War of the Worlds. Haar gezicht kreeg een vreemde uitdrukking. De kassen waren plots te klein voor haar ogen en ze trilde over haar hele lichaam. Ik zag al niets meer, maar ik hoorde haar gillend wegrennen. Sneller en sneller begon mijn haar te groeien. Langzaam maar zeker haalde het haar in, terwijl slierten zich om bomen slingerden. Ik leek meer op een reusachtige inktvis. Haarstrengen waren als enorme armen die zich overal omheen wikkelden. Lantaarnpalen werden uit de grond gerukt en verkeerslichten braken af. Het groeide tegen huizen op, ruiten werden ingedrukt en auto´s zonken in een zee van haar.

Gillend keek ze om toen mijn haar aan haar benen kriebelden. Binnen een mum van tijd had het zich op haar benen vastgezet en groeide het snel onder haar rok. Ze schreeuwde nog slechts schor en haar borst ging woest op en neer. Het haar strengelde zich om haar bovenlichaam en gezicht en had haar in een mum van tijd in een wurggreep. Haar keel werd dichtgeknepen. Het was al niet meer te zien hoe haar gezicht van paars tot groen werd. Ik hoorde haar geschreeuw verstommen en wist wat er gebeurde, maar er was niets wat ik er tegen kon doen. Tranen liepen over mijn wangen. Plots schoot er een vlecht rond mijn keel. Met brute kracht werd de streng aangetrokken. Ook ik werd slachtoffer van mijn eigen haar. Het laatste wat ik voelde was hoe wat haren in mijn keel kriebelden. Toen was alles voorbij en stopte mijn haar met groeien.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.